Tekstgrootte
Lesgeven
Wij leveren een maximale bijdrage aan de ontwikkeling van de kinderen, rekening houdend met hun mogelijkheden en beperkingen. In een uitdagende, veilige en voorspelbare leeromgeving kunnen de kinderen zich ontwikkelen tot talentvolle, sociale en zelfbewuste mensen.
Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind wordt gezien. 'Het goede doen, op het juiste moment, ook in de ogen van de leerling' (Pedagogisch Tact NIVOZ).
Belangrijke pedagogische noties zijn: relatie, competentie en autonomie. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang:
Leren
Kwalificatie, socialisatie, persoonsvorming
Naast dat De Buut aan de vastgestelde opbrengstverplichting op taal en rekenen voldoet (kwalificatie), is De Buut van mening dat de onderwijskwaliteit niet louter vastgesteld kan worden door te meten wat het opbrengt, doorgaans in een beperkt aantal vakken. Door ons brede en gedifferentieerde aanbod bereiden wij de kinderen voor opdat zij weten waar hun talenten liggen (persoonsvorming) en een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan een betere, duurzame
wereld (socialisatie).
Kwalificatie: het verwerven van kennis en vaardigheden zodat kinderen – simpel gezegd - dingen kunnen doen. Bij De Buut vind je dit terug in alle vakken waarbij sprake is van de overdracht van kennis en het door de kinderen verwerven van vaardigheden om die kennis toe te passen. Wij laten ons daarbij leiden door de landelijke kerndoelen en referentieniveaus.
Socialisatie: kinderen laten kennismaken met de wereld en de samenleving, zodat het hun blik verruimt en ze hun plek kunnen innemen in die samenleving. Bij De Buut vinden we het belangrijk dat kinderen leren samen te leven met aandacht voor elkaar en respect voor ieders visie en mening. Dat ontwikkelen we op allerlei manieren: met sociaal- emotioneel leren, met de bordsessies van Stichting LeerKRACHT die door kinderen gehouden worden en tot doel
hebben ‘iedere dag samen een beetje beter te worden’, met Humanistisch Vormingsonderwijs, met kunst- en cultuureducatie, door samen te werken met verzorgingshuis Juliana en door samen te leven, leren en werken in de school.
Persoonsvorming: kinderen uitdagen zichzelf te leren kennen, met hun talenten en hun grenzen. Het gaat erom hen uit te dagen het zelfbewustzijn te ontwikkelen om hun eigen koers te varen in hun leven en in de wereld. Bij De Buut geven we dit vorm met sociaal-emotioneel leren, door de kinderen te laten rouleren bij het vervullen van de rollen die horen bij de al genoemde bordsessies en door onderzoekend leren te stimuleren met de Reggio Emilia-benadering. Meer informatie over de bordsessies is te vinden onder het gelijknamige kopje verderop in deze paragraaf. Daarnaast maken we samen met de leerlingen dag- en weekplanningen, afgestemd op hun eigen leerwensen en -doelen.
Executieve functies
Executieve functies zijn onderliggend aan veel verschillende gedragingen. De eerste belangrijke bevinding is dat executieve functies een rol spelen in vele aspecten van het dagelijks leven. Ze zijn cruciaal, niet alleen voor een goede cognitieve ontwikkeling maar ook voor een adequaat sociaal en emotioneel functioneren. Ze zijn nodig voor de ontplooiing en voor de aanpassing aan onze steeds veranderende omgeving. Executieve functies zorgen ervoor dat kinderen andere vaardigheden kunnen ontwikkelen zoals samenwerken, beslissingen nemen en kritisch denken. Tevens zorgen ze ervoor dat jongeren zich bewust worden van eigen en andermans gevoelens. En ze zijn verantwoordelijk voor een goed functioneren in het onderwijs: ze zorgen dat de meer schoolse vaardigheden zich ontwikkelen zoals het onthouden van simpele en complexe instructies, en het doorzetten bij moeilijke taken. Tenslotte zorgen ze ook dat de leerling zich kan concentreren en in staat is om efficiënt om te gaan met afleidende prikkels.
Pedagogisch Tact
In de omgang met elkaar zijn de uitgangspunten van Pedagogisch Tact de basis van ons handelen. Pedagogisch Tact is samen te vatten als: ‘het goede doen, op het juiste moment, ook in de ogen van de leerling’. Hier ligt een hoogontwikkelde kwaliteit van relatie of verbondenheid aan ten grondslag; in dit geval een pedagogische relatie tussen leerkracht en kind. Pedagogisch tactvol handelen vraagt om een open en sensitieve houding naar het kind, waarbij de leerkracht ontdekt
wat een kind bezighoudt of nodig heeft, en waarbij de leerkracht vertrouwen heeft in de wil een kind om te groeien. Zo ontstaat wederkerigheid en – vanuit deze relatie – gedeelde verantwoordelijkheid.
Reggio Emilia
Bij De Buut hanteren wij de Reggio Emilia-benadering. Deze pedagogische benadering gaat ervan uit dat kinderen gericht zijn op communicatie en het onderzoeken van de wereld om hen heen. Dat betekent dat de schoolomgeving zo ingericht is dat die de creativiteit van een kind stimuleert. Op onze school is de Reggio Emilia-benadering zichtbaar door de aanwezigheid van creatieve materialen en lichtbakken; in projectwerken en de aanwezigheid van een maak- en muziekatelier; en in de mogelijkheid op alle leerpleinen om te spelen, bijvoorbeeld met Kapla en Lego.
Opbrengst gericht werken
Opbrengstgericht en handelingsgericht werken is een effectieve aanpak om doelgericht en planmatig om te gaan met verschillen tussen kinderen en om af te kunnen stemmen op hun educatieve behoeften. Kern van het opbrengst- en handelingsgericht werken is het systematisch duiden van ontwikkeling op leerling-, groeps- en schoolniveau om zodoende het aanbod en vorm fijnmazig af te kunnen stemmen om zo die kwaliteit van het onderwijs te kunnen verbeteren.
Op De Buut werken we opbrengstgericht volgens OGW-4D (data-duiden-doelen-doen). Opbrengstgericht werken leidt tot betere prestaties en houdt in dat er op een systematische wijze en volgens een bepaalde cyclus gewerkt wordt. Daarbij stelt de leerkracht allereerst voor zichzelf doelen met betrekking tot de cognitieve resultaten en sociaal- emotionele vaardigheden van de kinderen. Met die doelen in het achterhoofd wordt het onderwijsproces vormgegeven. Daarna gaat de leerkracht naar de opbrengsten kijken en controleren of de gestelde doelen behaald
zijn. De leerkracht analyseert de nieuwe gegevens. Aan de hand van deze analyse past hij het onderwijsproces of de doelen aan. Op deze manier is er dus steeds feedback over de kwaliteit van het onderwijs. De vier pijlers waarop deze aanpak is gebaseerd: data, duiden, doelen en doen.
Data |
De school verzamelt systematisch gegevens over de leeropbrengsten en formuleert een schoolstandaard. Ofwel: wat wil de school met de kinderen bereiken? |
Duiden | De school analyseert de relevante data. |
Doelen | Op basis van de analyse maakt de school passende onderwijsarrangementen, waarin álle kinderen tot hun recht komen. |
Doen | De school biedt de onderwijsarrangementen* aan. Dit levert weer data op die worden geanalyseerd en zo is de cirkel rond. Er ontstaat een cyclisch proces, waarin voortdurend wordt gewerkt aan het optimaliseren van onderwijsaanbod en opbrengsten |